Provincie Zuid-Holland logo
toelichting andere snelstudies dehaze
Zuid-Holland

Logistiek voor korte voedselketens

Na de snelstudie "Kracht van nabijheid" waar de nadruk op personenmobiliteit lag, duiken we nu in de logistiek om lokaal geproduceerd voedsel snel en vers op je bord te krijgen. Deze snelstudie gaan we in december 2025 voltooien (het resultaat komt op deze webpagina). Het is een samenwerking van provincie Zuid-Holland (kennis Zuid-Holland) en LVM. Toelichting Snelstudie programma.


Meer voedsel van nabij is waar we naar streven in Zuid-Holland (onder andere met de Tuin van Holland ). Daarvoor zijn korte voedselketens nodig: Voedsel van boeren uit de buurt zonder omwegen op je bord. Korte ketens hebben dan ook meestal een positieve pers. Het klinkt ook zeker goed. Door korte ketens tussen de boer en de klanten krijg je meer transparantie (waar komt het eten dat je koopt vandaan?), ontstaat er de kans op uitwisseling van inzichten en kan er meer cohesie groeien. Ook kunnen korte ketens een nieuw verdienmodel voor duurzame landbouwproductie bieden. Sterker nog; het idee dat jouw voedsel uit verre buitenlanden komt en via heel veel schakels pas op je bord belandt roept bij steeds meer mensen een gevoel van weerstand en vervreemding op. Tezelfdertijd valt op dat iedereen die wat langer studeert op korte ketens aanloopt tegen een lastig probleem, en dat is de logistiek. In deze studie storten we ons op de logistiek van de korte (voedsel)keten. De hoofdvraag is:

Hoe kan de logistiek van de korte voedselketen in Zuid-Holland verbeterd worden, zodat het makkelijk wordt om meer mensen van meer lokaal geproduceerd voedsel te voorzien?

Hierbij zal gekeken worden naar de huidige situatie van de logistieke korte keten partijen. Welke oplossingen er mogelijk zijn, maar ook of er combinaties mogelijk zijn met andere ketens? Waarom voor pakketjes en voedsel apart een busje laten rijden? En wat als deze busjes dan ook nog eens gebruik kunnen maken van voedselhubs om makkelijker bij jou goederen te kunnen leveren? Misschien levert het naast vers lokaal voedsel op je bord ook nog wel andere positieve effecten op. Zoals een betere band tussen boer en consument.

We streven naar concrete aanbevelingen voor de lange én korte termijn. Om zo te zorgen dat lokaal voedsel straks ook echt op je bord belandt.

1. Organisatie tussen klant en leverancier

Hoe organiseer je nu op efficiënte en verantwoorde wijze de schakel tussen de producenten en de klanten in een gebied? Dat blijkt in de praktijk niet erg eenvoudig te zijn. Laten we maar eens kijken naar een aantal mogelijkheden. Van eenvoudig naar complex.

Eenvoudig naar Complex Omschrijving Barrieres
Poortverkoop Eén producent en een serie klanten, die langs de producent rijden. Biedt waarschijnlijk zelden een volledig verdienmodel
Grote Klant Eén producent en een grote klant. Oogt eenvoudig, maar is waarschijnlijk zelden een volledig verdienmodel voor producent
Diverse klanten Producent met verschillende klanten. Producent is veel tijd kwijt aan reizen.
Eén klant met vele producenten. Dit zorgt dat coördinatie bij de klant lastig wordt.
Vele producenten en vele klanten Gebruik van hubs en het gaat steeds meer lijken op een grootschalige reguliere landbouw

2. Initiatieven die er al zijn

In zowel wetenschappelijke literatuur als in de vele pilots en projecten die opgezet zijn is veel te vinden over de status van korte ketens. Maar ook waar de huidige problematiek ziet. Hieronder hebben we enkele van deze bevindingen onder elkaar gezet.


Tuin van Holland

Een hedendaagse gezonde, seizoensgebonden en duurzame Nederlandse keuken voor iedereen. Dat is het doel van De Tuin van Holland. Samen met een brede coalitie van chefs, boeren, artsen en ketenpartners werken we daar naar toe. Want één ding is inmiddels wel duidelijk: structurele oplossingen vragen inzet van de hele keten – van de boer tot in de keuken. Met hoogwaardige producten uit de regio dragen we bij aan de gezondheid van de agrarische sector, van onze bodem, ons water én van onszelf.


Oogst; de nieuwe boerenwinkel

Bij Oogst vind je het allerbeste van dichtbij: lokale producten van regeneratieve boeren en ambachtelijke makers - vol van smaak en karakter. Er zijn winkels in Haarlem, Leiden, Woerden en Montfoort. De winkels zijn winkels waar je zelf naar binnen kunt en kunt afrekenen met een app


Korte ketens in Noord-Holland

In korte ketens hebben boeren en burgers de prijs en kwaliteit van hun voedsel meer in eigen hand. Ook is er meer ruimte voor boeren, burgers, instellingen, bedrijven en overheden om hun eigen initiatieven te ontplooien en samen te werken (coöperaties). In Noord-Holland wordt er ontzettend veel lekker en voedzaam eten geproduceerd. Een groot deel hiervan wordt naar het buitenland geëxporteerd, terwijl een deel van het voedsel dat in Noord-Holland wordt gegeten juist weer wordt geïmporteerd. Dit kan efficiënter!


Beukk

BEUKK is hét platform dat boeren, makers, voedselgemeenschappen, hubs en afnemers verbindt in een eerlijke, transparante en efficiënte boerenketen – lokaal én landelijk. Wij zijn geen nieuwe marktpartij, maar een onafhankelijke facilitator. Met slimme technologie en data, logistieke koppelingen en menselijke samenwerking zorgen we dat de korte keten écht werkt: van boer tot bord, met behoud van regionale identiteit en eigenaarschap.


Groene Hart Cooperatie

Het doel van de Coöperatie is om producten uit de streek weer goed verkrijgbaar te maken en het karakteristieke landschap van het Groene Hart te behouden. Door producten met het Groene Hart logo te kopen zorg je ervoor dat de producten uit onze eigen regio goed verkrijgbaar zijn, net zoals vroeger. Ook zorg je ervoor dat de boeren een eerlijke prijs krijgen,waardoor zij goed voor de dieren en de natuur kunnen zorgen. En dat deze boeren natuurlijk overheerlijke ambachtelijke producten blijven maken, waar je van kunt genieten! Zo puur mogelijk en vol van smaak.


Boeregoed

De stichting ondersteunt deelnemers in lokale, korte ketens door het samen ontwikkelen en overdragen van kennis, kunde en ervaring en het ontwikkelen van innovatieve ketenmodellen met een gelijkwaardige, eerlijke waardeverdeling tussen partijen. Voorts wil de stichting de meerwaarde uitdragen van gezonde en duurzame voeding en van kansen voor zoveel mogelijk mensen op een zinvolle deelname in arbeid en samenleving, alsook participatie van burgers en consumenten bij de stichting stimuleren.


Rotterdam de Boer op

Rotterdam de boer op! is een brede beweging van boeren, natuurbeschermers en ondernemers & andere organisaties in het landbouw- en voedselsysteem en wordt mede mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. Samen werken we aan meer biodiversiteit in het Rotterdamse ommeland, eerlijk geproduceerd eten voor de stad én een goede boterham voor groene boeren.


Rotterdam de Boer op

Rotterdam de boer op! is een brede beweging van boeren, natuurbeschermers en ondernemers & andere organisaties in het landbouw- en voedselsysteem en wordt mede mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij. Samen werken we aan meer biodiversiteit in het Rotterdamse ommeland, eerlijk geproduceerd eten voor de stad én een goede boterham voor groene boeren.

Boerschappen

Samen met onze klanten en boeren werken we iedere dag aan een nieuwe voedselketen die deugt. Een keten waarin écht lekkere, gezonde én verantwoorde producten de norm zijn en iedere schakel toegevoegde waarde heeft. Een keten die goed is voor jou, de natuur én de boer.


3. Barrieres in de praktijk

Waar lopen nu de producenten tegenaan als het om de logistiek gaat? Uit een onderzoek Agrarische afzet via korte ketens in Noord Holland komen drie problemen naar voren:

  1. De periode van inefficiënte levering duurt te lang. Ieder nieuw initiatief wil graag zelf zijn levering in de hand houden, zoals elke startup het liefst alles zelf wil doen.

  2. Op het moment dat je je als korte keten- ondernemer realiseert dat je graag wil samenwerken in logistieke processen, of de boel zelfs helemaal wil uitbesteden, dan kun je soms (veel te) lang zoeken.

  3. Opschaling en professionalisering zijn vaak grote, moeilijke stappen. Korte keten- ondernemers die een nieuw product hebben ontwikkeld dat op kleine schaal goed werkt, vinden het vaak nog (te) spannend om de stap naar schaalvergroting te zetten.

Het tweede en derde probleem – het gebrek aan overzicht in de regio, en het vinden van het juiste moment om op te schalen – lijken nog wat complexer dan de vraag of je je logistiek wel of niet moet uitbesteden. Het gaat hier dus om het combineren van verschillende (data)stromen.

3.1 Zuid-Holland

Dan gaan we nu focus op Zuid Holland richten. In de samenvattende studie Agrarische afzet via korte ketens in Zuid-Holland. Er zijn een aantal initiatieven bekeken. We pakken hier de beter gedocumenteerde; BEUKK werkt met voedselhubs en bestaande logistieke partijen. Lastig is hier dat de samenwerking met regionale partijen nog een vertrouwenskwestie is en dat het initiatief nog sterk op subsidies leeft. Dan Rechtstreex; is viermaal gevraagd door grote cateraars. Maar er zijn geen criteria in de aanbesteding en er is geen controle. Het is daardoor dus ook niet gebeurd. Het initiatief erkent dat de commerciële en de schaal- kant moeilijk is. Op 9 oktober 2025 is dit project overigens failliet gegaan door de te hoge, oplopende verliezen, ondanks de ideële doelstelling. Hoewel het bedrijf stappen zette om de financiële tekorten op te lossen, ontbrak het aan perspectief om binnen een afzienbare termijn rendabel te worden. Dit laat zien hoe moeilijk het is van korte ketens een blijvend succes te maken. Groene Hart Coöperatie; transport wordt hier gezien als een belemmering- er moet iets met logistieke hubs gebeuren. Dit moet langdurig worden gesubsidieerd. Boeregoed, tot slot, is nog erg klein, maar wil wel graag samenwerking o.a. aangaan met andere regionale voedselaanbieders.

Invoegen Eigen Tabel in anonieme vorm!!

In dit korte Marktonderzoek wordt geconcludeerd voor de logistiek in twee richtingen. Richting A is een groeimodel; maak een platform dat naadloos aansluit op de huidige inkoopsystemen van ziekenhuizen etc., waardoor je eenmaal vastgeklikt vrij snel de markt kan opvoeren. Richting B is een reproductiemodel: waarbij je een klein ecosysteem bouwt met eigen platform en logistiek, wat je heel regionaal houdt. Groei is niet het doel, maar volwassenheid van het systeem. Wanneer het plafond bereikt is stop je met groeien. En start je op andere plek weer een nieuw ecosysteem.

3.2 Horeca, Catering en Supermarkten

Zijn horeca, catering en supermarkten geïnteresseerd in producten uit de regio? In dit onderzoek wordt geschetst wat nodig is om korte keten- landbouw te professionaliseren, bezien vanuit de afnemers. Hun conclusie is dat supermarkten de belangrijkste afzetpartij zijn voor korte keten producten, gevolgd door horeca, en boerderijwinkels. Deze partijen hebben allen beperkt beleid specifiek voor korte ketens.

In veel gevallen is het korte keten beleid bij grote bedrijven in de horeca en detailhandel onderdeel van het duurzaamheidsbeleid. Dat betekent dat producenten van lokale producten moeten voldoen aan certificering, kwaliteit en voedselveiligheid. Als korte keten-beleid onder inkoop valt, zal er scherp op prijs worden onderhandeld, en de vraag is dan of producenten dankzij korte ketens meer verdienen. Vooral bij restaurants, cateringorganisaties of speciaalzaken zijn lokale producten uit de korte keten vaak een middel om zich te onderscheiden ten opzichte van de grote bedrijven en formules. Hier zijn de relaties tussen afnemer en toeleverancier vaak persoonlijke relaties. Het neemt echter niet weg dat ook hier kwaliteit, voedselveiligheid en soms certificering nodig is, maar de procedures zijn minder formeel dan bij de grotere bedrijven. Dit alles vraagt ten opzichte van de huidige praktijk nog wel een behoorlijke professionaliseringsslag. De auteurs zien die in drie stappen;

Stuk hierboven wellicht verkort en in blokvorm toevoegen!

  1. Profesionalisering producenten Producenten kunnen zich verder professionaliseren op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid, marketing, story-telling, logistiek, bestelsystemen en dergelijke.
  2. Consumenten aansporen Consumenten aansporen in Nederland beschikbare seizoensgebonden producten. Nu kopen ze wat beschikbaar is, maar vooral in de winter wordt veel ingevoerd, waardoor consumenten denken dat de meeste producten die in Nederland verbouwd kunnen worden het hele jaar door beschikbaar zijn.
  3. Bewustwording verkoopkanelen Bewustwording van verkoopkanalen over hoe zij korte ketens kunnen integreren in hun bestaande systemen en manier van werken. Een goede match tussen producenten en afnemers betekent voor beide partijen uitdagingen die opgepakt moeten worden voor verdere groei in de verschillende afzetkanalen.

4. In groter perspectief

Je kunt de korte keten landbouw zien als een kleine niche markt, maar interessanter is het te zien als een noodzakelijke correctie op de huidige grootschalige landbouw. Als je dat perspectief kiest wordt het ook logisch en verstandig om fors te investeren in de korte keten landbouw. Qua systeem zien we dan het volgende beeld.

Invoegen figuur!

Je moet dan fors investeren in de levensvatbaarheid van de korte keten, liefst met een ontmoedigingsbeleid voor onderdelen van de reguliere landbouw. Je ziet overigens dat meer auteurs op deze lijn zitten. Om er éen te citeren, Barbara Baarsma; “De overgang naar een beter evenwicht in wat we internationaal doen, met meer kortere, lokale voedselketens, zou een stap vooruit zijn. Nu exporteert Nederland driekwart van de hier geproduceerde landbouwproducten. En bijna driekwart van de landbouwgrond die in gebruik is voor de Nederlandse voedselconsumptie ligt in het buitenland….(https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/barbara-baarsma-lokale-voedselketens-helpen-nederland-vooruit~b2c0779e/)

5. De rol van overheden

Van verdeelcentrum naar klant, maar de transparantie moet blijven. Hoe kan dit opgezet worden?

Belangrijk is in elk geval de balans tussen schaal en ondernemerschap. Waar zit de balans van idealistisch denken en kleine ketens tegenover daadwerkelijke logistiek. Voordat we gaan aanbevelen wat de rol van de provincie zou moeten zijn geven we eerst aan wat volgens ons nu echt niet meer nodig is. En dat is maar weer eens een platform creëren voor kennisontwikkeling en voor het met elkaar praten. Woorden genoeg, platforms te over, we weten nu echt wel waar de barrières zitten. En om die barrières op te heffen zijn daden nodig. Rond de logistiek wat ons betreft op drie terreinen. En goedkoop is het niet.

  1. Financieel stevig ondersteunen van proffesioneel initiatief Het eerste terrein gaat over het financieel stevig ondersteunen van het meest professionele initiatief in Zuid Holland om de logistieke keten op de goede schaal te krijgen. Dat is in elk geval een initiatief richting A. Het transport moet geprofessionaliseerd worden , er zal een hub ingericht moeten worden voor en door de producenten en een verdeelcentrum richting de afnemers. Dit zal veel tijd en moeite kosten om dit zo op te zetten dat er sprake is van een langjarig adequaat functionerende organisatie. Hier zal de provincie gedurende een aantal jaren geld in moeten stoppen. En dan niet wat stimuleringsgeld, maar geld om de onrendabele kop te financieren, die er door de kleinere schaal steeds zal zijn.
  2. Catering voor de eigen kantines en restaurants Het tweede terrein betreft de catering voor de eigen kantines en restaurants van de provincie en waar mogelijk gemeentes. Die cateraar(s) zal door de provincie als opdrachtgever de taak moeten krijgen om alleen of grotendeels met korte keten producenten te gaan werken. In de Tuin van Holland staat hierover; in de bedrijfsvoering worden de MVOI doelstellingen zo goed mogelijk nageleefd: zoveel mogelijk biologisch, lokaal en circulair én aandacht voor social return. De inkoop van lokale producten verloopt deels via de groothandel en daarnaast wordt gebruik gemaakt van de vrije ruimte in het contract met de groothandel: 20% van het inkoopvolume kan elders besteed worden. Tegelijkertijd streeft men naar een partnerschap en een langlopende relatie met de groothandel. En nu is 40 % van het inkoopvolume van Zuid Hollandse makers. Wat hier nog onduidelijk is is of dat allen korte ketenproducenten zijn (kunnen ook grootschalig werkende boeren zijn) en hoe snel dit aandeel richting 80 % kan koersen. Hiernaast zal gekeken moeten worden naar verdere mogelijkheden om binnen de provincie een markt te creëren via grote partijen als ziekenhuizen, zorgcentra of (middelbare) scholen/universiteiten.
  3. Het transport Het derde terrein zit aan de transportkant. We zagen al dat er nogal veel voedselkilometers in de korte ketens gemaakt moeten worden en dat dit niet gunstig is voor de bijdrage aan de klimaatopgave. Hier kan de provincie er voor zorgen dat als er gereden wordt dit uitsluitend of voor minimaal 80 % binnen een periode van 4 jaar met volledig elektrisch vervoer plaatsvindt. Ook dit zal in het budget van veel producenten ongetwijfeld nu een brug te ver zijn. Hier kan de provincie er voor zorgen dat er een subsidie komt voor korte ketentransport. Ook dit zal niet goedkoop zijn.

Buiten het veld van logistiek kan gedacht worden aan het geven van subsidies voor professionalisering. Om te professionaliseren zijn vaak ook investeringen nodig, in bijvoorbeeld apparatuur om producten te verwerken, vervoer voor producten te faciliteren en om certificeringen aan te vragen. Ook kan er financieel ondersteund worden in het opzetten van marketing activiteiten vanuit de coöperaties of aanbod kant.

We gaven al aan dat dit alles niet goedkoop is. Maar het stimuleren van korte ketens via maar weer een platform of een kennisinitiatief is te weinig en niet langer nodig. Een zoektocht op het internet biedt onmiddellijk vele initiatieven van vele provincies. Die initiatieven waren heel nuttig omdat zo inzicht ontstond in de grootste barrières. Die zitten vaak aan de logistieke kant. En grote barrières slechten kost nu eenmaal veel geld. Als de provincie niet bereid is deze weg in te slaan zou ons advies zijn; hier is geen taak voor de provincie. We zijn graag duidelijk.

Voor meer informatie en meedoen: mail projectleider Igor Koster: I.Koster-2@student.tudelft.nl of ra.haverman@pzh.nl


Hier gaan we de publicatie opbouwen. Doe je mee?

Introductie

Voedsel wordt op dit moment uit alle landen van de wereld gehaald. Van tomaten uit Marokko tot boontjes uit Senegal. Soms is dit verklaarbaar maar vraagt ook veel transport en daarmee uitstoot terwijl er dichtbij huis ook veel eten groeit.

Lokaal geproduceerd voedsel beland maar zelden op de borden van mensen in de buurt. Kan dit niet slimmer aangepakt worden waarbij de lokale boer kan zorgen voor jouw eten, thuis, in de horeca en op het werk. Meer lokaal voedsel eten zorgt voor een veerkrachtiger voedselsystem, financieel betere positie van de boeren en is bovendien een duurzamer alternatief. Zeker als de boeren gestimuleerd en beloond worden om natuur-inclusief of biologisch te werken.

Maar waarom gebeurt dit eigenlijk niet? En hoe verbeteren we de situatie? Vaak zitten hier ook logistieke problemen in, ons systeem is er nog niet op ingericht. In deze snelstudie zal naar dit systeem en haar logistiek gekeken worden door antwoord te zoeken op:

“Hoe kan de logistiek van de korte voedselketen in Zuid-Holland verbeterd worden, zodat het makkelijk wordt om meer mensen van meer lokaal geproduceerd voedsel te voorzien?”

Want uiteindelijk zou het mooi zijn als we allemaal wat meer lokaal voedsel op ons bord hebben. Om hier inzicht in te krijgen zal er eerst een schets gegeven worden van de huidige situatie. Gevolgd door het kijken naar mogelijke oplossingen. Zijn er oplossingen mogelijk met andere ketens? Waarom zouden er immers aparte busje moeten rijden voor pakketjes en voedsel? En wat als deze busjes dan ook nog eens gebruik kunnen maken van (voedsel) hubs om het voedsel makkelijker en efficiënter te kunnen leven? Misschien levert dit alles ook nog wel ander positieve effecten op waar zowel boer en consument van kunnen profiteren, bijvoorbeeld beter begrip voor elkaar.


Want uiteindelijk zou het mooi zijn als we allemaal wat meer lokaal voedsel op ons bord hebben. Om hier inzicht in te krijgen zal er eerst een schets gegeven worden van de huidige situatie. Gevolgd door het kijken naar mogelijke oplossingen. Zijn er oplossingen mogelijk met andere ketens? Waarom zouden er immers aparte busje moeten rijden voor pakketjes en voedsel? En wat als deze busjes dan ook nog eens gebruik kunnen maken van (voedsel) hubs om het voedsel makkelijker en efficiënter te kunnen leven? Misschien levert dit alles ook nog wel ander positieve effecten op waar zowel boer en consument van kunnen profiteren, bijvoorbeeld beter begrip voor elkaar.
ernaast ernaast ernaast ............. ............... ........... .